Bouwvak: relikwie uit het verleden of noodzaak?

In het boek ‘Mijn Grootmoeder Had Nooit Gebrek Aan Tijd’, vergelijkt de Zweedse schrijfster Bodil Jönsson het kalme leven van haar grootmoeder met de snelle wereld waarin we nu leven.

Hoewel haar oma niet over een (af)wasmachine, droogtrommel, mobiele telefoon en andere hedendaagse tijdbesparende apparaten beschikte had ze áltijd tijd. Terwijl wij nu alleen maar drukdrukdruk zijn, maar wél alles hebben om ons leven gemakkelijker te maken.

Hoe komt dat eigenlijk? En: is het menselijk lichaam wel bestand tegen die constante haast? Kan onze biologische klok het tempo wel aan? Interessant boek, een aanrader.

Het contrast met oma’s tijd is groot. In onze wereld die steeds sneller wordt is de 24-uurs-economie als begrip zó ingeburgerd dat we er niet meer bij stilstaan. Wachtten we vroeger na het versturen van een brief een week op antwoord zijn we nu geïrriteerd als er na twee uur nóg geen reactie op een mailtje is. We appen, smssen, facetimen, tweeten, Instagrammen en noemen dat ook nog communicatie! De wereld wordt steeds bereikbaarder maar ook individualistischer.

Eén voor allen, allen voor één. Je maakt zelf je keuzes, je bepaalt zelf wel wat goed voor je is. Structuren, zoals die waarop de oma van Bodil Jönsson blindelings vertrouwde, verdwijnen.

Een verschijnsel als de ‘bouwvak’-vakantie past daarom ogenschijnlijk niet meer in onze huidige maatschappij. Mensen worden opgelegd wanneer ze op vakantie moeten gaan, geheel tegen de trend in. Projecten worden gestaakt, bedrijven sluiten, een deel van de economie wordt gewoon stilgelegd. Is dat nog wel verantwoord?

Of… vormt een instituut als de bouwvak een laatste baken in een veranderende maatschappij? Hebben we diep in ons hart behoefte aan die overzichtelijke structuur: rust contra werken?

De tijd, de wijze tijd, zal het leren.

Fijne vakantie!